De expedities van de Nederlandse Mijnbouw Maatschappij Nieuw Guinea van het Billiton concern zijn begonnen eind 1936 met een voorverkenning en hebben geduurd tot december 1939
Vanaf de voorbereiding in 1934 duurde het tot 1936 voordat de voorverkenning startte waarbij een centrale plek werd gezocht in het concessiegebied als logistieke basis. Omdat Tanah Merah de enige vestiging was zo ver het binnenland in, werd vanaf hier gezocht naar mogelijkheden voor aanleggen van een vliegveld. De formele 5a concessie werd in 1937 van kracht. waarna in het voorjaar van 1937 de echte expeditie van start ging in het stroomgebied van de Lorentz rivier. Gelijktijdig verkreeg een andere maatschappij een concessie voor het zoeken naar olie. Deze Petroleum maatschappij maakte als eerste gebruik van vliegtuigen voor terreinobservatie.
De focus van de Lorentz expeditie was het vinden van het Violettemeer en de goudafzetting die daar vlakbij moest zijn. Na 4 maanden vruchteloos zoeken werd besloten de expeditie te verplaatsen naar de Eilandenrivier. Daar werd nog 4 maanden doorgezocht. Op het einde hiervan gaf Becking te kennen geen expeditieleider meer te willen zijn.
Er volgde een evaluatie van de 1937 expeditie waarna de aandeelhouders besloten tot een tweede grote expeditie in het Eilanden/Digul gebied. Deze ging in 1938 van start onder leiding van ir De Groot. Deze expeditie heeft tot eind 1939 geduurd. Het uitblijven van resultaat en verdere tegenslag (crashen van een expeditie vliegtuig) maakten dat er een eind kwam waarna spoedig de Tweede Wereldoorlog alle verdere ontwikkelingen belemmerde.