Ga naar de inhoud

Tanah Merah

Tanah Merah is ontstaan als deportatiekamp voor politieke tegenstanders van het Nederlandse koloniale bewind. Eind 1926 waren er op Java en Sumatra protesten met name vanuit communistische hoek. Deze protesten werden met geweld de kop in gedrukt en grote groepen mensen werden gearresteerd. Ruim 1000 van hen werden verbannen naar Nieuw Guinea naar een afgelegen plek diep in het oerwoud 450 km van de kust.

Tijdens de exploratie van de Digoel rivier in 1905 en 1909, was men zo ver de rivier opgevaren als een groot schip veilig kon komen. Hier werd een bivakschip, de Zwaluw, afgemeerd als vertrekpunt voor verkenningen over land. Op de plek van dit Zwaluw bivak werd later een kleine bestuurspost gevestigd : Assike.

In een poging zo ver mogelijk stroomopwaarts te komen, werd een tweede bivakplaats uitgezocht, 130 km noordelijker van het oorspronkelijke Zwaluw bivak. Hier werd het water zo ondiep dat grote schepen niet verder konden (diepgang 3.5 meter). Het expeditieverslag van toen beschrijft :

Voor landbivak werd bijzonder geschikt geacht een + 12 M. hoog heuvelplateau op den linkeroever, met steile afstortingen van roode en witte klei aan de rivierzijde. Een aan den voet van den heuvel uitmondend beekje, ontspringende op een naburigen grindheuvel, bevat mooi,helder drinkwater

Deze misschien wel meest afgelegen plek die te vinden was in heel Nederlands Indie, werd uitgekozen als vestigingsplek van het interneringskamp. De rode klei gaf de naam aan deze nieuwe plaats : Tanah Merah (rode aarde).

Digoel, foto collectie KITLV

Kapitein Becking werd benoemd als commandant van het nieuwe kamp. Becking had vlak daarvoor op Java de communistische protesten de kop ingedrukt. In korte tijd wist hij een goed georganiseerd kamp neer te zetten op militaire leest geschoeid. Dat bleek politiek echter gevoelig te liggen.

Plattegrond interneringskamp ten tijde van Billiton expedities

Het betrof immers gedeporteerde burgers die geen proces of veroordeling hadden gehad. De overheid wilde beslist geen associaties met straf of dwang. Becking gaf aan hier niet mee uit de voeten te kunnen en diende zijn ontslag in. Hij werd opgevolgd door een civiele bestuurder. Naast dit civiele gezag, bleef een militair detachement achter in Tanah Merah.

Bewaking was niet echt nodig. Er was simpelweg geen manier om te ontsnappen. Het omringende oerwoud werd bevolkt door Papuastammen die vijandig waren tegenover buitenstaanders. En de rivier werd bevolkt door krokodillen. Het enige gedeelte van het kamp wat omheind was met prikkeldraad en een poort, was het gedeelte van het kamp waar de militairen zelf woonden met hun gezinnen.

Rond de tijd van de Billiton expeditie, was het hoogtepunt van de bezetting van het kamp voorbij. Sinds 1934 was het gezag weer overgegaan naar militair bestuur. Er waren 4 brigades (brigade was 15-20 man) gelegerd met zo’n 50 militaire dwangarbeiders.

De komst van de expeditie doorbrak het isolement en gaf reuring. De eerste 10 jaar van zijn bestaan was de maandelijkse komst van het gouvernementsschip, het enige contact met de buitenwereld. Nu meerden allerlei andere boten aan en werden voorbereidingen getroffen voor de aanleg van een vliegveld.

Translate »