Ga naar de inhoud

Goud zoeken

Mogelijk om kosten te besparen, verhuisd Alfred naar New York om te wonen op zijn schip. In 1933 ligt de boot nog bij de havendokken op Bayonne aangemeerd. Dit is af te leiden uit een krantenbericht uit september 1933 over het verdrinken van een drenkeling die Alfred vergeefs probeert te redden vanaf zijn schip.

Renbek drowned In Kill Von Kull at Bayonne, when he fell from a pier where he was crabbing. Alfred Violette, captain of the freighter Relay tied up nearby, heard him cry for help and threw him a line, but Renbek sank before be could grap it

In Januari 1934 vraagt Alfred een vergunning voor een ligplaats aan de voet van West 80th Street in de Upper West Side. In die tijd was dit gedeelte nog onontgonnen. Vlak daarna zou de Hudson Parkway worden aangelegd.

Januari 1934, City Record New York
Upper West Side 1934 voordat de Hudson Parkway was aangelegd

Op 26 september 1934 trouwt de dochter van Alfred in New York met Jonathan Cary Lucas. Zoon Alfred Milburn is naar New York gereisd als werknemer aan boord van de President Monroe en arriveerde 27 augustus.

Ondertussen is op dat moment een New Yorkse bankier met zijn gezin op terugreis naar New York van een vakantietrip in de Rocky Mountains : Irving Bonbright. Hij zal de man zijn met wie Alfred Violette een zakelijke deal zal gaan sluiten. Bonbright arriveert op 8 oktober in New York. Zijn kantoor ligt op een prachtige lokatie op Wallstreet nummer 1.

Uitzicht vanaf kantoor Bonbright Wallstreet 1 New York, © Estate of Berenice Abbott

Nog geen twee weken na zijn aankomst in New York, wordt er een concept contract opgesteld tussen Bonbright en Violette waarin Violette zich laat vertegenwoordigen door ene Alan Norman Hutt. In ruil voor het aanwijzen van de lokatie in Nieuw Guinea waar goud te vinden is, krijgt Violette 44% van de opbrengst van de goudmijn. De overeenkomst tussen Violette en Hutt is het Violette Agreement, daarnaast wordt een Violette Syndicaat gevormd om de expeditie te financieren waarbij er 7 aandelen beschikbaar komen. Bonbright neemt zelf alvast 3 aandelen voor zijn rekening.

Deel van de Violette Agreement, Billiton archief

Alan Norman Hutt is een Brit die een tijdlang gewerkt heeft op het eiland Ceylon als koloniaal bestuurder. Sinds 1929 is hij naar New York verhuisd waar hij vlakbij Bonbright woont in de wijk Englewood.

Hutt wordt penningmeester van een aantal mijnbouwbedrijven uit de portefeuille van de Amerikaanse tak van New Consolidated Goldfields Ltd, een gigantisch groot Brits mijnbouwbedrijf. Een van die bedrijven is American Potash & Chemical corporation. Dit bedrijf heeft een minerale zoutenmijn in California (San Bernandino County), hetzelfde gebied waar Alfred vandaan kwam. Een van directieleden is Thomas E Wing die als getuige vermeld staat op de ondertekening van het Violette Agreement. De directeur van de onderneming is Frederick Cecil Baker.

De vader van Frederick Cecil, Frederick William, is een ervaren mijnbouw CEO die vanuit Londen werkt. Ofwel via het netwerk van Bonbright ofwel via zijn zoon Frederick Cecil, krijgt Frederick William Baker lucht van het Violette syndicaat en de te vergeven aandelen. Hij is op dat moment in gesprek met het Nederlandse Billiton over het aanvragen van een mijnbouwconcessie in Nieuw Guinea. Het Violette syndicaat past uitstekend in hun plannen. Billiton was al van plan een grote concessie aan te vragen, maar door aandeelhouder te worden van het Violette syndicaat kunnen ze in het enorme gebied een gerichte start maken met de exploratie op de plek die Violette zal aanwijzen.

Violette wordt dezelfde maand gevraagd naar Nederland te komen voor een toelichting en kennismaking. De notulen van de raad van commisarissen van Billiton van 31 oktober 1934 vermelden dat Violette op 26 oktober een gesprek heeft gehad in Den Haag met de directie van Billiton en met FW Baker. Hij maakt een betrouwbare indruk. Het feit dat hij alleen een aandeel in de winst vraagt en geen contant geld vooraf en het feit dat hij aantoonbaar eerder heeft geprobeerd deze concessie te verkrijgen (bezoek aan ministerie van Kolonieen 1931) overtuigt de raad van commissarissen.

Violette vertelt hetzelfde verhaal als hij in 1931 aangaf. Dat hij als “lumber man” een reis maakte en met een amfibisch vliegtuig vanuit Australisch grondgebied een landing maakte op een meertje in het Nederlandse gedeelte. Hij geeft wel meer details. Hij zou met het vliegtuig vertrokken zijn van Thursday island en de Fly river gevolgd hebben. Vervolgens is hij westelijk gevlogen waarna hij landde op het meer. Na de landing zou hij of de piloot een hert geschoten hebben. Vanaf het meer is hij te voet naar een rivier gelopen waar hij goud gevonden heeft (nuggets). Na terugkomst in Thursday Island, zou hij dezelfde vliegtocht na enkele weken nogmaals gemaakt hebben.

Het concept contract wordt zodanig aangepast dat het Violette syndicaat een onderdeel vormt van de grote mijnbouwconcessie die Billiton aan gaat vragen. Er ontstaan zo twee losse syndicaten. Een Billiton syndicaat voor het totale concessiegebied (field B) met een aantal deelnemers, en een Violette syndicaat voor een kleiner zoekgebied (field A) binnen de grote concessie met 8 aandelen en 4 aandeelhouders : Bonbright, de firma Billiton, Baker namens Australian Selection Trust en de Amerikaanse International Mining Corporation.

Ondertekening Violette Syndicaat, Billiton archief
Translate »